Sinds 1 december 2020 krijgen alle patiënten met baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom) in het Erasmus Medisch Centrum een hiv-test aangeboden. Eerder onderzoek in het Erasmus MC laat zien dat vóór 1 december 2020 slechts 1 procent van de patiënten met baarmoederhalskanker getest werd op hiv. Na een gesprek tussen het #aware.hiv projectteam en de afdeling gynaecologie werden de handen ineen geslagen wat leidde tot het implementeren van het standaard testen op hiv bij alle patiënten met baarmoederhalskanker. Na deze implementatie steeg het testpercentage naar 96 procent!
Daarnaast heeft eerder onderzoek in het Erasmus MC laten zien dat 2,5% van de vrouwen met hiv een afwijkend uitstrijkje had in de jaren voor hun hiv-diagnose. Om te onderzoeken of vrouwen met cervixdysplasie in Nederland een hiv-test laten afnemen als dit ze wordt aangeboden, wordt sinds mei in studieverband een hiv-sneltest aangeboden aan vrouwen die op het kolposcopisch spreekuur komen met een afwijkend uitstrijkje waarbij dysplasie wordt gezien. Als de hiv-test in deze groep voldoende wordt geaccepteerd, is onze volgende stap om te onderzoeken wat de prevalentie van hiv bij cervixdysplasie is in Nederlandse setting. Aan de hand daarvan kunnen we bepalen of het kosteneffectief is om standaard, als routine zorg, een hiv-test te doen bij deze groep.
Een uitstrijkje kan je laten maken bij de huisarts wanneer je last hebben van bepaalde klachten (onder andere bloedverlies na de seks of bloedverlies tussen de menstruaties door) óf in het kader van het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker. Bij een uitstrijkje worden cellen afgenomen van het slijmvlies van de baarmoedermond. Als er sprake is van een afwijkend uitstrijkje zijn de cellen die gevonden worden meestal niet kwaadaardig, maar ze zouden op lange termijn wel kwaadaardig kunnen worden. Deze afwijkende cellen worden vaak veroorzaakt door het Humaan Papilloma Virus (HPV). Dit virus kan onder andere via seksueel contact worden overgebracht. De meeste mensen lopen ergens in hun leven HPV op, waarna het lichaam het virus uit zichzelf weer opruimt. Als het virus niet goed wordt opgeruimd, kan er uiteindelijk baarmoederhalskanker ontstaan.
Het bevolkingsonderzoek:
Tijdens het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker wordt als eerst op HPV getest.
Is de uitslag HPV negatief (dus er wordt géén HPV aangetoond in het uitstrijkje), dan is er geen verhoogde kans op baarmoederhalskanker en is er geen verder onderzoek nodig.
Is de uitslag HPV positief (dus er wordt HPV aangetoond in het uitstrijkje), dan worden de cellen van het uitstrijkje onderzocht om te kijken of er afwijkende cellen aanwezig zijn, dit noemen we het cytologisch onderzoek. Wanneer er afwijkende cellen worden gevonden, word je doorverwezen naar de gynaecoloog voor verder onderzoek. De gynaecoloog onderzoekt de baarmoederhals middels een kijkonderzoek met een aangepaste microscoop, het zogenaamde kolposcopisch onderzoek. Tijdens dit onderzoek kan er wat weefsel van de baarmoederhals worden weggenomen. Dit weefsel wordt verder onderzocht in het lab op de aanwezigheid van afwijkende cellen.
Schematische weergave van het bevolkingsonderzoek voor baarmoederhalskanker (bron: RIVM-CvB)
Als je een uitstrijkje laat maken omdat je klachten hebt, wordt er altijd naar de cellen gekeken ongeacht of HPV wel of niet positief is. Als er afwijkende cellen zijn gevonden, dan is verder onderzoek door de gynaecoloog nodig.
Mensen met een hiv-infectie hebben een verminderde afweer. Zij kunnen HPV daardoor minder goed opruimen uit hun lichaam. Hierdoor blijft HPV langdurig in het lichaam aanwezig, waardoor eerst afwijkende cellen aan de baarmoederhals en op lange termijn baarmoederhalskanker kan ontstaan.
Hiv-indicator aandoeningen komen vaker voor bij mensen met een onderliggende hiv-infectie dan bij mensen zonder hiv-infectie. Zowel baarmoederhalskanker als het voorstadium hiervan worden door (inter)nationale richtlijnen als hiv-indicator aandoening geduid. Onderzoek laat zien dat hiv-positieve vrouwen zeven keer vaker baarmoederhalskanker krijgen dan vrouwen zonder hiv. Ook ontstaat een voorstadium van hiv sneller in aanwezigheid van HPV-infectie bij hiv-positieven vrouwen.
Onderzoek
Het onderzoek naar de acceptatie van het testen op hiv bij vrouwen met een afwijkend uitstrijkje is in mei 2021 in het Erasmus MC gestart. Andere Rotterdamse ziekenhuizen hebben toegezegd aan dit onderzoek mee te gaan doen, maar deze zijn momenteel nog niet gestart. Het is belangrijk dat dit onderzoek in meerdere ziekenhuizen wordt uitgevoerd, omdat vrouwen met een afwijkend uitstrijkje in alle ziekenhuizen goed terecht kunnen voor onderzoek. Wanneer deze ziekenhuizen meedoen aan dit onderzoek, bereiken we een grotere groep vrouwen die getest kunnen worden op hiv. De hiv-sneltesten die bij deze studie gebruikt worden, zijn dezelfde testen die we ook gebruiken bij ons onderzoek in de eerste lijn. Allereerst willen we middels dit onderzoek nagaan wat de ervaring is van patiënten als ze op het kolposcopie spreekuur een hiv-test aangeboden krijgen. Ook kijken we naar de ervaring van de professionals met betrekking tot het aanbieden en uitvoeren van een hiv-test.
Personen die verwezen zijn voor een kolposcopie wordt om hun medewerking gevraagd. Zij kunnen kiezen om wel of geen test te laten doen. De test is geheel gratis, omdat deze via een subsidie van het AIDSfonds ter beschikking zijn gesteld. Het betreft een sneltest door middel van een vingerprik. De testuitslag is na 20 minuten bekend. In de tussentijd wordt een vragenlijst ingevuld over de ervaring met de hiv-test. Door middel van deze vragenlijst hopen wij een beeld te krijgen hoe belastend het is om een hiv-test te laten doen en wat de redenen zijn om deze wel of juist niet te accepteren. Als de hiv-test positief is, wordt er gelijk contact gezocht met het hiv-behandelteam in het Erasmus MC. Aldaar wordt de hiv-test herhaald en wordt meer uitleg geven omtrent de diagnose en het behandelplan.
Foto bron: http:// rawpixel.com