Kort na het oplopen van hiv hebben mensen vaak last van griepachtige klachten. Hier komen nogal eens koorts, keelpijn, gezwollen lymfklieren bij voor. Daarom worden de klachten soms onterecht aan de ziekte van Pfeiffer toegeschreven. Dit ziektebeeld wat door hiv veroorzaakt wordt, noemen we het ‘retrovirale syndroom’. Het is de indicator aandoening die wijst op de ‘acute’ hiv-periode: de eerste zes maanden nadat iemand hiv heeft opgelopen.
Het is aan te raden op hiv te testen als iemand risico heeft gelopen op een hiv-infectie in de zes maanden voor het ontstaan van deze klachten. Deze klachten van koorts, keelpijn en gezwollen lymfeklieren gaan vanzelf weer over en mensen voelen zich vaak weer prima. Ze kunnen zo maanden- tot jarenlang rondlopen zonder te weten dat ze een hiv-infectie hebben en zonder dat ze hierbij aids ontwikkelen. In deze periode kan het virus wel worden doorgegeven aan anderen. Toch is deze periode niet geheel zonder klachten of symptomen die bij hiv passen. We weten dat mensen ook heel vaak een arts bezoeken voor deze klachten, waarbij niet op hiv wordt getest.
Een hiv-infectie is echter ook in deze periode te herkennen door te letten op deze hiv-indicator aandoeningen. We weten dat mensen die een hiv-infectie hebben, maar dit zelf nog niet weten, omdat er nog geen hiv-test is gedaan, vaak met klachten naar de (huis)arts gaan.
Deze klachten blijken achteraf te passen bij de hiv-infectie. Deze klachten en aandoeningen worden ook wel hiv-indicator aandoeningen genoemd.